Kindgebonden budget via startbericht SVB is niet onevenredig
21 december 2023 / in Nieuws / door Leandra Beerendonk
Gepubliceerd op: PONT Data & Privacyweb
Kindgebonden budget via startbericht SVB is niet onevenredig
Wanneer een kind wordt geboren, stuurt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een startbericht naar de Belastingdienst. Het doel van dit bericht is om te bevestigen dat het kind vanaf een bepaalde datum in aanmerking komt voor kinderbijslag. De Belastingdienst beoordeelt op basis van dit startbericht of er ook recht is op kindgebonden budget. Echter, een vader was niet tevreden met deze procedure omdat deze volgens hem een buitenproportionele inbreuk maakt op de privacy van ouder en kind. De rechtbank Midden-Nederland gaf hem gelijk. Het startbericht, dat de burgerservicenummers van de ouders en het kind, de geboortedatum en het land van woonplaats van het kind bevat, maakte volgens de rechtbank een onevenredige inbreuk op de privacy van ouder en kind in verhouding tot het doel. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) oordeelt nu anders.
Doel
De gegevensverwerking heeft als doel om het kindgebonden budget toe te kennen aan de ouders die hier recht op hebben, zonder dat er een extra aanvraag bij de belastingdienst nodig is. Deze methode, waarbij de SVB een startbericht stuurt naar de Belastingdienst, resulteert in een vermindering van administratieve lasten voor de ouders die wel recht hebben op een uitkering vanuit het kindgebonden budget, ouders die daarvan geen gebruik maken en lagere uitvoeringskosten voor de Belastingdienst/Toeslagen. Bovendien wordt op deze manier voorkomen dat ouders geen gebruik maken van het kindgebonden budget, terwijl ze daar wel recht op hebben. Met deze werkwijze worden ook ouders die geen aanspraak maken op kindgebonden budget ontlast, gezien zij niet zelf, middels een aanvraag, hoeven te controleren of er een recht bestaat.
Juridische context en grondslag
De wetgever veronderstelt in artikel 5, tweede lid Wet op het kindgebonden budget (Wkb) dat de ouder die het kindgebonden budget aanvraagt, ook gebruikmaakt van andere toeslagen, zoals huur-, zorg- of kinderopvangtoeslag en dat deze ouder zelf een aanvraag voor kindgebonden budget heeft ingediend. Het Hof formuleert dit doel, het laagdrempelig en zonder extra aanvraag verstrekken van kindgebonden budget, derhalve als een wens van de wetgever.
In Artikel 38, paragraaf 1, van de Awir (Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen) wordt bepaald dat instanties die voornamelijk het beleid van het Rijk uitvoeren, op verzoek kosteloos alle informatie aan de Belastingdienst/Toeslagen moeten verstrekken die relevant kan zijn voor de uitvoering van de Awir, de daaraan gerelateerde bepalingen of een inkomensafhankelijke regeling. Er geldt derhalve een wettelijke verwerkingsverplichting voor de SVB. Deze verplichting vormt een grondslag voor gegevensverwerking onder artikel 6, lid 1, onder c, van de AVG. In geschil is de vraag of de SVB ook op minder ingrijpende wijze kan voldoen aan deze verplichting.
Proportionaliteit
De rechter oordeelde dat het doel van de verwerking niet op een minder nadelige manier kon worden bereikt. Voorgestelde alternatieven, zoals het laten doen van aanvragen door ouders of het opvragen van gerichte informatie door de Belastingdienst/Toeslagen, bleken niet voldoende en zouden meer nadelen met zich meebrengen, waaronder hogere uitvoeringskosten en meer gegevensuitwisseling.
De afdeling erkent dat de regeling in artikel 5, tweede lid Wkb ertoe zal leiden dat er ook gegevens worden verwerkt die niet relevant hoeven te zijn voor het toekennen van kindgebonden budget. De afdeling beoordeelt dit echter als een evenredige inbreuk. Het kindgebonden budget is een aanvulling op het inkomen voor ouders in lagere inkomensgroepen en biedt deze ouders ondersteuning bij de zorg voor hun kinderen. ‘’De effectieve en efficiënte uitkering van het kindgebonden budget is dus van belang voor ouders en kinderen’’, aldus de Afdeling.
Het startbericht bevat slechts de gegevens die noodzakelijk zijn om een recht op kindgebonden budget vast te kunnen stellen. Een startbericht wordt in beginsel maar één keer door de SVB naar de Belastingdienst/Toeslagen verstuurd. De Afdeling vindt het startbericht, en daarmee de gegevensuitwisseling tussen de SVB en Belastingdienst/Toeslagen, niet onevenredig. Deze verwerking is derhalve niet in strijd met de AVG.
Bewaartermijnen
Vader betwist het oordeel van de rechtbank dat de SVB het startbericht niet hoefde te verwijderen. Volgens de Archiefwet 1995 moet de SVB echter startberichten met gegevens vijf jaar bewaren. Jaarlijks vernietigt de SVB startberichten die voor verwijdering in aanmerking komen, aan het begin en eind van het jaar. Het startbericht in kwestie moest worden bewaard tot en met 2021 en is daarom op 2 februari 2022 vernietigd. De Afdeling wijst er echter op dat hoewel het startbericht is vernietigd, de SVB de gegevens nog steeds bewaart vanwege de noodzaak voor kinderbijslagbetalingen.
Schadevergoeding
Verder verzocht vader om schadevergoeding wegens immateriële schade door de onrechtmatige inbreuk op de AVG. Echter, de verstrekking van persoonsgegevens door de SVB aan de Belastingdienst/Toeslagen wordt door de Afdeling niet als strijdig met de AVG beschouwd. Derhalve is het verzoek om schadevergoeding afgewezen op basis van artikel 82, lid 1 van de AVG.
Overschrijding van de redelijke termijn
Er werd een verzoek ingediend voor schadevergoeding vanwege een mogelijke overschrijding van de redelijke termijn in de afhandeling van het geschil. De redelijke termijn voor dergelijke geschillen bedraagt in dit geval vier jaar, aanvangend vanaf de ontvangst van het bezwaarschrift door de SVB. Het bezwaarschrift van vader werd op 7 mei 2019 ontvangen. De behandeling van het bezwaar werd op verzoek van vader opgeschort tot de uitspraak in een aanverwant hoger beroep. De Afdeling beoordeelde de periode van uitstel als buiten beschouwing voor de redelijke termijn. Met inachtneming van deze periode, eindigt de redelijke termijn op 3 februari 2024, wat betekent dat in deze procedure de redelijke termijn niet is overschreden.
Conclusie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de verwerking van persoonsgegevens door de SVB niet onevenredig is. Het doel is om het kindgebonden budget laagdrempelig en zonder extra aanvraag te verstrekken, het startbericht bevat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn om het recht op kindgebonden budget vast te stellen en het doel kan niet op minder ingrijpende wijze worden bereikt. De verzoeken om schadevergoeding in verband met bewaartermijnen en het overschrijden van de redelijke termijn wordt afgewezen omdat de verstrekking van persoonsgegevens niet in strijd is met de AVG, en de redelijke termijn voor het geschil is niet overschreden.